Studeren, feestvieren, werken. Pensioen?
25 september 2012 – Onlangs woonde ik een congres bij over de gevolgen van het opschuiven van de pensioenleeftijd. Verschillende deskundige sprekers kwamen aan het woord. Wat mij triggerde, was een spreekbeurt van professor Rob Vinke over generaties. Hij benadrukte dat 40-ers een totaal andere visie op pensioen hebben dan 20-ers en 65-plussers. Dat gemixt met de arbeidsmarkt, ontlokte bij mij een bijzondere gedachte.
Het stof van de miljoenennota is neergedaald. De kranten zijn er mee vol geschreven. In talloze programma’s wordt gediscussieerd over de forenzentax, hypotheekrenteaftrek en die AOW die maar steeds later lijkt te komen. Op het eerste gezicht verandert er nogal wat. Tijd voor een nieuwe financiële planning?
Generatieverschillen
De babyboomers, geboren tussen globaal 1940 en 1955 hebben ons land na de oorlog opgebouwd. Een groot deel van deze groep ontvangt inmiddels pensioen. Want dat ging zo. Vaak nog vol energie werden hele volksstammen met de VUT en vroegpensioen gestuurd. En daarmee was deze groep, die professor Vinke als ‘eigenwijs’ bestempeld, eigenlijk te vitaal om niks meer te hoeven doen. Vreemd toch?
De generatie die geboren is tussen 1955 en 1970 zijn ‘harde werkers’ en ‘loyaal’ en maakt zich druk om de carrière, de kinderen, langer werken (tot 67 jaar) en de hypotheekrenteaftrek. Tegen de tijd dat deze generatie met pensioen gaat, is zij volledig uitgeblust. Dus die broodnodige mantelzorg verlenen? Ho maar.
Nee, dan de generatie van 1985-2000, de ‘millennials. Zij zijn helemaal niet met pensioen bezig. Belangrijk is in verbinding staan met je vrienden en andere relaties, daar ook tijd voor overhouden en dat combineren met werken, want dat moet ook nog even gebeuren. En pensioen? Dat is nog heel ver weg en waarom zou je dat nodig hebben, als je je talenten goed blijft combineren met wat de arbeidsmarkt vraagt? Kortom: ‘uitnutten’ wat op je pad komt.
We doen iets fout
Deze millennials-generatie denkt dus eigenlijk precies omgekeerd dan de babyboomgeneratie. Dat is nog niet eens zo gek. Wij zitten ons met ons allen, behalve u natuurlijk, veel te veel te focussen op het hijgend en proestend bereiken van de pensioenleeftijd. En dan gaan we reizen, geld uitgeven, enz. Tenminste, als we dan nog gezond zijn (of überhaupt leven).
Twee dingen wil ik daarover zeggen. Ten eerste moeten we ons richten op het gebruiken van onze talenten voor de maatschappij. Onze talenten hebben geen houdbaarheidsdatumsticker waar 65 op staat. Dus gewoon doorgaan. Ten tweede doen we iets helemaal fout met z’n allen. We volgen een studie, gaan op zoek naar werk, nemen een partner, krijgen kinderen en het steeds drukker met onze carrière. Want het geld moet nu verdiend worden, anders kunnen we straks niet met pensioen. Tot we van de stress de hartkwaal de ruimte geven en pensioen opeens een utopie wordt. Doen we iets fout?
Omdenken
Als u nu zou kunnen kiezen hoe u uw carrière, (gezins)leven, vrije tijd en talenten het liefste zou gebruiken, hoe zou u dat dan doen? Die vraag heb ik mezelf ook gesteld. Ik kwam tot het volgende. Omdenken. Ik zou gaan studeren, een partner vinden en dan feestvieren, rondtrekken en genieten van de vrijheid. Een paar kinderen erbij verhoogt de feestvreugde (meestal). Bovendien heb ik er dan veel tijd voor. Tegen de tijd dat ik 30 of misschien 35 ben, ga ik werk zoeken. Inkomen is belangrijk, maar mijn gezin is nog belangrijker. Er moet een gezonde balans zijn tussen leven en werken. En pensioen? Dat heb ik al gehad, na mijn studie tot ik ging werken. Als ik oud word, blijf ik lekker werken, wel wat minder, maar ik laat me niet achter de geraniums zetten. Tegen de tijd dat het echt niet meer gaat, stop ik. Moe maar voldaan, in de wetenschap dat ik leven belangrijker vond dan werken.