Het nieuwe pensioenstelsel. Een probleem erbij?
Op vrijdag 12 juni werden kabinet, werkgevers en werknemers het eens over het nieuwe pensioenstelsel. Op zaterdag 4 juli kwam daar het akkoord van de FNV bij. Het gaat in per 1 januari 2022 en pensioenfondsen mogen er tot 1 januari 2026 over doen om de omslag te maken. Het Verbond van Verzekeraars heeft echter protest aangetekend. Want nog decennialang zouden per werkgever twee regelingen naast elkaar moeten bestaan. Het nieuwe pensioenstelsel. Een probleem erbij? Hoe zit dat, simpel uitgelegd?
De premiestaffel
De meeste pensioenregelingen bij verzekeraars en premiepensioeninstellingen (PPI’s) zijn beschikbare premieregelingen. Op een paar uitzonderingen na nemen de pensioenkosten toe naarmate de werknemer ouder wordt. Dat komt door de zogenaamde premiestaffel. Dat is een reeks van percentages die de pensioenpremies bepalen, die hoger worden naarmate de werknemer ouder wordt.
Eén percentage. Twee regelingen.
In het nieuwe pensioenstelsel komt er maar één percentage. Prachtig! Een probleem erbij? Ja! Een hele categorie werknemers gaat namelijk daardoor opeens veel minder pensioen opbouwen. De categorie werknemers, ruim genomen, van 40 t/m 55 jaar. Hoe lost het nieuwe pensioenstelsel dat op? Door de werknemers die pensioenregeling te laten houden die ze nu hebben. En voor alleen de nieuwe werknemers de pensioenregeling volgens het nieuwe pensioenstelsel, vanaf 2022, met eenzelfde percentage voor alle werknemers. Twee pensioenregelingen per werkgever dus. Het Verbond van verzekeraars ziet dat ook niet zitten, zo staat in hun persbericht. Wij ook niet.
Drie problemen
Daarmee is het probleem van te weinig pensioenopbouw opgelost, maar er komen andere problemen voor in de plaats. De eerste is dat elke werkgever met een verzekerde pensioenregeling zo nog decennia lang twee pensioenregelingen naast elkaar moet aanhouden. Het tweede probleem is oudere werknemers daardoor niet van baan willen veranderen. Immers, bij de nieuwe werkgever kom je in een pensioenregeling met een lager, vlak percentage voor je pensioenopbouw. Het derde probleem is dat de werkgever zijn pensioenkosten nog decennia lang alleen maar ziet oplopen.
Hoe moet dat nu?
In de eerste plaats, maak er één pensioenregeling van. Zorg voor een maximale overgangsperiode die in de wet wordt vastgelegd. Tijdens die overgangsperiode ga je met je pensioenregeling geleidelijk over van de premiestaffel naar de vlakke premie, met één en hetzelfde percentage aan premie voor elke werknemer. Bepaalde categorieën werknemers zullen alsnog meer en andere categorieën minder pensioen gaan opbouwen. Je kunt echter als werkgever en werknemers ook nog aan de knoppen salaris en werknemersbijdrage draaien. Tenslotte is pensioen uitgesteld salaris.
Pensioen kan simpel
Binnenkort bieden we werkgevers de mogelijkheid aan om te zien welke effecten het nieuwe pensioenstelsel heeft op de kosten van de pensioenregeling. Helemaal kosteloos, op www.pensioenkansimpel.nl. Want pensioen kan simpel.