DGA-pensioen afschaffen kost ook (ex-)partner driekwart aan pensioen

11 augustus 2016 | Alle artikelen


De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Wiebes besloten de regeling Pensioen in Eigen Beheer (PEB) voor de directeur-grootaandeelhouder (DGA) in zijn huidige vorm af te schaffen. De richtdatum daarbij is 1 januari 2017 met een overgangstermijn van drie jaar.  De DGA kan dan kiezen voor het pensioen afkopen, doorgaan in een spaarvariant, verzekeren bij een professionele verzekeraar of niets doen en laten staan. Elke variant heeft z’n eigen consequenties, niet alleen voor de DGA maar ook voor diens (ex-)partner wat kan oplopen bijna driekwart aan verlies van pensioen.

De regeling ‘Pensioen in eigen beheer’ werd in 1981 ingesteld. De vennootschapsbelasting (VpB) was toen 48%. De pensioendotaties anno 2016 zijn nog steeds aftrekbaar, maar het VpB-tarief is gedaald naar 20% (tot € 250.000 winst). De aantrekkelijkheid vanwege fiscaal voordeel is daarmee ruim gehalveerd.

Pensioen is een knelpunt geworden
Een andere bijkomstigheid van pensioen in eigen beheer is het gegroeide verschil tussen de fiscale waardering en de waardering in het economisch verkeer (commercieel).  Doordat in veel gevallen het pensioen op de balans volgens de waarde in het economisch verkeer of volgens richtlijn RJ2014-4 gewaardeerd moest worden, werd het eigen vermogen uitgehold. Banken hadden daar een mening over die meestal niet in het voordeel van de BV uitviel, uitvalt. Dat had tevens tot gevolg dat het voor de DGA bijna niet meer mogelijk was om nog dividend op te nemen. Het gevaar van (gedeeltelijke) afkoop van pensioen hangt met een te hoge dividend opname als een zwaard van Damocles boven de BV. Zelfs € 1 dividend kan dan al teveel zijn.

Actuariële berekening van tien pagina’s
Voor de DGA die in de jaren negentig van de vorige eeuw al met pensioenopbouw in eigen beheer was begonnen, beslaat de actuariële berekening inmiddels meer dan tien pagina’s vanwege alle verschillende fiscale pensioen-regimes van de afgelopen jaren. Hierdoor werd voor de DGA steeds minder begrijpelijk hoe het pensioen in elkaar zit, wat weer leidt tot begrijpelijke desinteresse.
Kortom, het pensioen in eigen beheer is steeds minder aantrekkelijk en steeds meer complex geworden. Daarnaast wil een groot deel van ‘Den Haag’ wel van het pensioen in eigen beheer af. Dit overigens om verschillende al dan niet legitieme redenen.

De vier varianten vanaf 2017
De DGA moet dus een keuze gaan maken en heeft daar volgens het voorstel van Wiebes drie jaar de tijd voor. Hierna lichten we de vier varianten kort toe. Vooralsnog gaan we uit van de situatie dat de DGA nog niet pensioen is gegaan.

  • Te beginnen met de minst ingrijpende variant: pensioen in eigen beheer ongemoeid laten. Vanaf 2017 wordt het tot dan toe opgebouwde pensioen premievrij gemaakt, ook wel genoemd ‘bevroren’. Er vindt dan geen actieve pensioenopbouw meer plaats, maar de overige aspecten van pensioen in eigen beheer blijven volledig van toepassing. We denken dat deze variant nog best veel gekozen zal gaan worden.
  • De tweede variant die we hier willen noemen is het pensioen van eigen beheer overhevelen naar een professionele verzekeraar. De verzekeraar zal dan een koopsom vragen die in de buurt ligt van de hoogte van de pensioenvoorziening volgens de commerciële waardering! Dat is nogal wat geld en we vragen ons af welke DGA daartoe bereid of in staat zal zijn.
  • De derde variant is dat het pensioen omgezet wordt in sparen in eigen beheer. Het pensioen wordt daarmee eerst afgestempeld van commercieel naar fiscaal en vervolgens omgezet in de spaarvariant (oudedagsverplichting), waarbij het geld in de BV blijft. Daarna wordt het jaarlijks opgerent met een door de overheid vastgesteld percentage. De afwaardering van commercieel naar fiscaal kapartner toestemmingn oplopen tot bijna 75% van de pensioenaanspraak. Dat geldt niet alleen voor de DGA maar ook voor de (ex-)partner van de DGA. En de partner moet wel meetekenen…
  • De vierde en laatste variant is het meest ingrijpend: afkopen. De fiscale voorziening wordt dan gedeeltelijk belast (t/m 2019) voor de loonbelasting, overigens zonder heffing van revisierente. Na afdracht van loonbelasting blijft een bedrag over wat de DGA in de BV kan laten maar ook vrij kan opnemen of eventueel verrekenen met een rekening-courantschuld.
    Afkopen betekent ook dat er voor de (ex-)partner geen pensioen meer overblijft. Zonder dienst toestemming zal dat overigens niet gaan.

Ons commentaar
Staatssecretaris Wiebes gaat er vanuit dat veel DGA’s hun pensioen zullen afkopen en dat dit totaal twee miljard euro oplevert. De DGA zal echter wel de nodige loonbelasting moeten kunnen ophoesten. We zien dat nog niet zo snel gebeuren. We denken dat de meeste DGA’s gebruik zullen gaan maken van afstempeling en omzetting naar de spaarvariant (oudedagsverplichting) of het pensioen als pensioen premievrij laten staan. Wat de DGA ook besluit te doen, in alle gevallen zal de (ex-)partner ook akkoord moeten gaan met de keuze! En ingeval de BV pensioenaanspraken van een ex-partner beheert, zal dat nog niet zo eenvoudig zijn.

Last but not least: de spaarvariant en afkopen klinkt aantrekkelijk, maar waar blijft de oudedagsvoorziening van de DGA? Of om met ex-miljonair Hans te spreken: “van shoppen in Parijs, naar shoppen voor de laagste prijs”.

© 2004 - 2024 - Mollema Pensioen Consultancy.
Ontwikkeld door Convident