De leugenachtige dekkingsgraden!?
Pensioenfondsen hoeven komend jaar hun pensioenen niet te korten bij een dekkingsgraad van 90% of hoger in plaats van de wettelijke 104%. Dat schrijft minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 16 december 2020 aan de Tweede Kamer. Voor de één gaat dan de vlag dan in top, voor de ander halfstok: de leugenachtige dekkingsgraden!?
In deze blog belicht ik beide kanten aan de hand van externe bronnen. Aan het eind geef ik een oplossing voor de kloof van 60 tot 100 miljard tussen de pensioengeneraties.
Er is niet te weinig geld in kas, maar veel te veel
“De pensioenfondsen strooien ons zand in de ogen. De pensioenen kunnen gemakkelijk geïndexeerd worden en de premies kunnen omlaag.” stellen Jur Bezema, oud hoofd comptabiliteit en Jan Oosterhaven, emeritus hoogleraar economie, Rijksuniversiteit Groningen.
Verder schrijven ze “Uit haar jaarverslag over 2019 blijkt namelijk dat het ABP 514 miljard euro aan vermogen heeft, dat zij 11 miljard aan pensioenpremies ontving en dat zij 12 miljard aan pensioenen uitkeerde. (…) Alleen dat gigantische vermogen is al voldoende om 42 jaar lang ieder jaar 12 miljard aan pensioenen uit te betalen, zonder dat er enig rendement wordt gehaald en zonder dat er nog enige pensioenpremie wordt betaald! En dat terwijl de naoorlogse geboortegolf over zo´n twintig jaar zal zijn uitgestorven.” De leugenachtige dekkingsgraden!
Hun conclusie: “De pensioenuitkeringen kunnen gemakkelijk geïndexeerd worden en de pensioenpremies kunnen wel omlaag. Dat is de niet-leugenachtige waarheid.”
Straks niet meer genoeg geld in kas
“Omdat veel fondsen op dit moment een dekkingsgraad onder 100% hebben zou er gekort moeten worden. Dit betekent dat zowel de pensioenuitkeringen van gepensioneerden als de toekomstige pensioenaanspraken van werkenden verminderd dienen te worden.” stelt Jeffrey van Noortwijk in zijn artikel op 7 december 2020. Jeffrey is zelf iemand van de jongere generatie.
Verder schrijft hij “Dat is geen leuke boodschap, maar helaas noodzakelijk als we het pensioensysteem solide en daarmee rechtvaardig willen houden. (…) Het is als jongere pijnlijk te moeten zien dat diverse politieke partijen bezwijken onder de druk van gepensioneerden dit systeem eenzijdig aan te passen door de kortingsregels aan te passen naar 90% en nu zelfs nog verder dan dat, zodat er niet gekort hoeft te worden.”
Zijn conclusie: “Het gevolg is dat er dan al meer geld uitgekeerd is, dat straks niet meer in kas zit. De financiële risico’s om dit in de toekomst goed te maken worden dus doorgeschoven.” De leugenachtige dekkingsgraden?
Generatie gepensioneerden afsteken
Twee tegenovergestelde meningen dus. Beiden baseren zich op cijfers. Wat is waarheid? Ik heb die in ieder geval niet in pacht, althans niet voor dit onderwerp. Daarom ben ik gaan dwarsdenken in juni 2019.
De overgang van het huidige naar het nieuwe pensioenstelsel zou 60 tot 100 miljard kosten. Dat geldt dan voor werknemers die actief pensioen opbouwen. De oudere gaat minder opbouwen; de jongere meer. De oudere wil dus compensatie; logisch. En nu komt het: de gepensioneerden kunnen dat betalen, als je ze hun zin geeft. Dat doen we dan door het pensioengeld van de gepensioneerden af te steken van de rest. Klaar. Pensioen kan simpel. Goed idee?