Collectief invaren van pensioenaanspraken
14 juni 2012 – De Commissie toekomstbestendigheid aanvul-lende pensioenen (“commissie-Goudswaard”) en de Commissie beleggingsbeleid en risicobeheer (“commissie-Frijns”) hebben begin 2010 overtuigend aangetoond dat de toekomst-bestendigheid van het Nederlandse stelsel van aanvullende pensioenen onder druk staat door een structureel dalende rente, toegenomen schommelingen op financiële markten en een steeds verder stijgende levensverwachting.
De belangrijkste conclusie van de commissies was dat de verwachting van een zeker pensioen niet spoort met de realiteit, en dat een nieuw evenwicht nodig is tussen ambitie, zekerheid en kosten.
Pensioen beweegt mee
Om de toekomstbestendigheid van de aanvullende pensioenen te vergroten heeft de Stichting van de Arbeid in het Pensioenakkoord afspraken gemaakt over aanpassingen van de pensioencontracten. Het nieuwe reële pensioencontract moet zich nadrukkelijk richten op het realiseren van een reële ambitie, terwijl de huidige nominale contracten zich primair richten op het waarborgen van de nominale toezegging. Veranderingen in de levensverwachting en schokken op de financiële markten kunnen in het reële contract worden opgevangen door aanpassing van (de waarde van) pensioenaanspraken en –rechten, en hoeven dus in beginsel niet te leiden tot premieaanpassingen. De Stichting van de Arbeid acht het gewenst dat bestaande pensioenaanspraken en pensioenrechten worden ondergebracht in het reële pensioencontract, ook wel invaren van bestaande pensioenaanspraken en –rechten genoemd.
Invaren is juridisch nog geen uitgemaakte zaak
Het kabinet heeft aangegeven deze wens te delen, maar heeft ook vastgesteld dat dit – gelet op het grote belang van zorgvuldigheid – nadere toetsing noodzakelijk is. Het kabinet heeft aangekondigd te beoordelen hoe de juridische risico’s van het – collectief of individueel – invaren van bestaande pensioenaanspraken in reële pensioencontracten op een aanvaardbaar niveau kunnen worden gebracht.