Ontwikkeling pensioenkosten in het MKB in Nederland
26 november 2011 – Het is inmiddels geen groot nieuws meer dat een groot aantal pensioenfondsen in moeilijkheden verkeert. De dekkingsgraad is te laag. Er is te weinig geld in kas om de toekomstige pensioenen zonder meer te kunnen uitkeren. Op 27 maart 2009 lanceerde onderzoeksbureau EIM een rapport over de ontwikkeling van pensioenkosten in het MKB in Nederland voor de periode 1997-2014. Het rapport is inmiddels tweeëneenhalf jaar oud, maar heeft nog niets aan actualiteit ingeboet. Integendeel.
Onderzocht zijn de dekkingsgraden van pensioenfondsen en de ontwikkeling van de pensioenpremies in de periode 1997-2008. Deze resultaten zijn gebaseerd op historie. Voor de onderzoeksresultaten over de ontwikkeling van de pensioenpremie in de periode 2008-2014 worden verschillende aannames gedaan. Een belangrijk deel van die aannames zijn inmiddels realiteit geworden.
Ontwikkeling dekkingsgraad pensioenfondsen
De kredietcrisis van 2008 en de daling van de rente heeft een zeer grote invloed gehad op de dekkingsgraad van pensioenfondsen. Zo was eind 2007 het pensioen van 93% van de deelnemers nog ondergebracht bij pensioenfondsen met een dekkingsgraad van meer dan 130%. Een jaar later, ultimo 2008 was dit nog maar 1,5%. Daarmee had bijna 87 procent van de deelnemers toen zijn pensioen ondergebracht bij een fonds dat door de minimum dekkingsgraad van 105% was gezakt. De gemiddelde dekkingsgraad is gezakt van 146% per ultimo 2007 tot 102% per ultimo 2008.
Het rapport rekent voor hoe de dekkingsgraden van de Nederlandse pensioenfondsen hersteld kunnen worden. Pensioenen werden doorgaans jaarlijks geïndexeerd aan de hand van loon- of prijsontwikkeling. Als gedurende een periode van vijf jaar de indexatie van 2% achterwege blijft, dan levert dat circa 60 miljard euro op, een verbetering van de gezamenlijke dekkingsgraad van circa 10%-punt.
Invloed pensioenpremie op dekkingsgraad
Om de gezamenlijke dekkingsgraad te kunnen herstellen, zou ook gebruik gemaakt kunnen worden van een anders sturingselement: de pensioenpremie. EIM berekende dat een verhoging van de pensioenpremie met 1% van het bruto loon over een periode van vijf jaar ‘slechts’ 13 miljard euro zou opleveren. Om het in perspectief te plaatsen: een pensioenpremieverhoging van 2% van het bruto loon levert maar de een vijfde deel van het resultaat op van het achterwege laten van 2% indexatie van de pensioenen
Ontwikkeling pensioenpremie 1997-2008
In 1997 werd er gemiddeld 4,8% van het bruto loon aan pensioenpremie betaald. Dit is het volume aan pensioenpremies door werkgevers en werknemers in het MKB betaald aan bedrijfstak-, ondernemings- en beroepspensioenfondsen. In 2008 lag het premievolume al op 10,5% van het bruto loon. Een stijging van 219%. Oorzaken hiervan zijn o.a. herstelbetalingen t/m 2005 aan pensioenfondsen vanwege te lage vermogens bij de pensioenfondsen en het verhogen van de premies naar een kostendekkend niveau.
Ontwikkeling pensioenpremie 2008-2014
Het EIM heeft een tweetal scenario’s opgesteld waarin de ontwikkeling van de pensioenpremie is te zien. Hierbij is uitgegaan van twee veronderstellingen: – De Nederlandse economie zal in 2009 en 2010 krimpen en 2011 licht herstellen. Vanaf 2012 zal sprake zijn van volledig economisch herstel. – De marktrente blijft op het huidige niveau. De huidige realiteit is dat de algemene verwachting is dat de economie zich in 2012 zeker niet volledig hersteld. Daarbij komt nog dat de rente juist nog lager is geworden.
In het eerste scenario rekent het EIM met beperkte verhogingen van de pensioenpremies: voor 2009 10% en voor 2010 en 2011 beide 5% en voor 2012 t/m 2014 geen verhoging. Volgens het EIM heeft dit een positief effect op de dekkingsgraad van 5%-punt.
In het tweede scenario rekent het EIM met veel sterk stijgende pensioenlasten: in 2009, 2010 en 2011 een premieverhoging van respectievelijk 20%, 15% en 5% en voor 2012 t/m 2014 geen verhoging. Dit levert een verbetering van de dekkingsgraad op van 12%-punt.
Leren van de geschiedenis
Het EIM heeft onderzocht welke invloed niet indexeren en premieverhoging op de dekkingsgraden van pensioenfondsen heeft. De resultaten zijn schokkend in het licht van de huidige dekkingsgraad. Duidelijk is, nog steeds, dat verhoging van de premie als sturingselement voor de dekkingsgraad niet voldoende soelaas biedt. Er zal dus meer moeten gebeuren. Naast de factoren van niet indexeren en premieverhoging hebben we met nog een factor te maken die van minsten zo groot belang is: het langlevenrisico. Daarover treft u meer informatie in het artikel Lang leve het langlevenrisico.